De zorg heeft tijdens de pandemie misschien wel de zwaarste klappen gehad. Onderzoek naar de corona impact op de zorgsector wijst uit dat, naast zzp’ers en horecapersoneel, mensen in de zorg gedurende 2 jaar onder zware druk hebben gestaan, en nog steeds veel last ondervinden van de verspreiding van het virus. Maar hoe komt dat eigenlijk? En zijn er manieren om de zorg voor de toekomst te verbeteren, zowel voor de patiënten als het personeel zelf?
De vinger op de zere plek
Corona heeft veel bestaande problemen in de Nederlandse zorg aangestipt. Jaarlijks geven wij gemiddeld 10 procent van ons bruto nationaal product uit aan de zorgsector. In 2019 kwam dat uit op een bedrag van 80,9 miljard euro, waarmee Nederland op de 10e plaats stond in een ranglijst van Europese landen. We hadden daarmee een vergelijkbaar percentage als landen als Noorwegen, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk. De uitgaven an sich zijn dan ook niet eens het probleem. Wel de manier waarop we ons personeel inzetten. En hoe de werkdruk in de sector is verdeeld.
Kampioen part-timen
De parttime baan is in Nederland erg populair. Grofweg de helft van de Nederlanders werkt parttime (60% voor vrouwen, 20% voor mannen). In de zorgsector, goed voor zo’n 1,4 miljoen werkenden, is parttimen vaak eerder regel dan uitzondering. Ondanks de grote hoeveelheid werkenden, – 1 op de 6 mensen werkt in de zorg – kampen we daardoor toch met structurele tekorten. Een belangrijke oorzaak voor de corona impact op de zorgsector is dan ook de dominantie van parttime contracten – en de hoge werkdruk in de zorg zelf. Door de hoge werkdruk tijdens corona is het voor veel parttimers niet aantrekkelijk om alsnog een fulltime contract te nemen – wat de druk op personeel dat wel voltijds werkt opnieuw verhoogt. Een duurzame oplossing zou zijn om fulltime werken aantrekkelijker te maken, en de werkdruk eerlijker over het personeel te verdelen. Minder bureaucratische rompslomp, meer oog voor de patiënt zelf. Want dat is uiteindelijk ook de reden waarom mensen de zorg in zijn gegaan. Oog voor de medemens. Juist tijdens corona.